Niets van deze uitgave mag worden vereenvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. - Tim Thomaes

dinsdag

De wraak van de suikerspinfee


De olifant klopt op de deur bovenaan de trap in mijn elpenbenen toren, maar ik doe niet open. De olifant wil het altijd over zichzelf hebben. Pure dikdoenerij. ‘Mijn grootvader heeft dit gebouw ontworpen’, blaast hij dan van de toren, terwijl dat helemaal niet waar is. Of toch niet helemaal, want de kozijnen, die staan wel op zijn naam, maar de muur, de lange wenteltrap en het dak zijn allemaal door een andere tak van de familie gemaakt. En als hij het niet over zichzelf heeft, zit hij wel achter de vleugel en speelt hij veel te hard ‘Dans van de suikerspinfee’ van Tsjaikovski.

‘Laat me alleen’, zei ik hem gisteren, toen hij op bezoek was. ‘Hou erover op, het maakt mij niet uit wie de architect is van mijn huis. En wat heb je zelf eigenlijk bereikt? Je slagtanden zijn nog helemaal intact. Zou je er zelf niet eens iets mee doen? Je tettert alleen maar om jezelf beter te voelen, terwijl er nog niks van waar is ook.’ Toen ging de olifant stampvoetend weg en nu is hij terug. Zou hij spijt hebben?

Ik doe open. De olifant staat een eindje beneden op de wenteltrap, holt op mij af, steekt mij neer met zijn slagtand, dwars door mijn hals en stormt met mijn lichaam de kamer binnen. En zo, met mijn bloedende lichaam aan zijn tand, gaat hij achter de piano en speelt hij weer van Chaikovsky. Dit keer niet te hard en niet te zacht. 'Er staat gebak in de koelkast', gorgel ik.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Lieve Tim,