Deel 1: Slang
Het laatste avondlicht weerkaatste een
helblauw licht op de dagoude sneeuw die dezelfde kleurnuance bezat als het
licht van de laptop die Ambers misvormde gezicht bescheen. Door het
ventilatierooster boven het schuifraam van de trein voerde een koude winterwind
naar binnen terwijl ze typte aan haar roman voor Mara, een andere vrouw met een
ander, minstens even buitengewoon gezicht.
Mara had een dun, haast doorzichtig gelaat,
waardoorheen je bij haar slapen haar aderen kon zien. Het was alsof het dunne
vlies van haar huid zo puur was dat het transparant werd. Je zag het niet
altijd, maar soms in het juiste licht veranderde ze in een larve. Die larve
nestelde zich dan in haar hoofd en veranderde in een gedachte. Op koude of
donkere dagen dacht ze te diep na, maar als ze niet al te diep nadacht, wist
zij, op warme dagen, dan kon ze haar binnenste haast zelf voelen. Ze voelde het
dan tintelen, heel ondiep onder haar vel. Haar wit-rozige marmeren wangen deden
haar beseffen dat als ze net iets verder was uitgehouwen, ze niet had kunnen
bestaan. 'Ontken ik jou niet ergens van?' had Amber zich versproken toen ze
haar voor het eerst ontmoette.
Deel 2: Amber
Amber was geboren zonder linkeroog. Van mensen
wordt gezegd dat ze voor hun geboorte alles weten van wat er zal gebeuren en
een kus krijgen van een engel, waardoor ze alles daarvan vergeten. Elke
gebeurtenis in het leven verandert daarom onmiddellijk in een herinnering van
iets anders, zoals je een foto maakt en direct daarna op het display kijkt om
er zo snel mogelijk een herinnering van te maken. In plaats van die kus was
wegens het alcoholisme van de moeder van Amber een druppel sherry door haar
tere embryonale hoofdje gezonken, als een engel in drijfzand, waardoor ze op de
wereld kwam met een rimpeling op de plek waar haar linkeroog had moeten zitten.
Met haar rechteroog kon ze heel scherp zien, maar telkens wanneer ze wilde
weten waar iets zich bevond, moest ze het aanraken om het zeker te weten.
Met moederlijke zachtheid werd haar verteld dat er in haar hoofd een amberkleurige kristal zat. In werkelijkheid had de druppel meer kwaad gedaan dan ze kon weten en had het in haar hersenen iets cruciaals aangetast waardoor ze elke vorm van zelfreflectie ontbeerde. In haar verbeelding was ze een monster, een cycloop, en at ze alle kinderen op. In werkelijkheid waren cyclopen een verzinsel, ontstaan door fascinatie in de Oudgriekse cultuur voor olifantenschedels met één holte in het midden van hun kop; en olifanten weten niets, maar vergeten evenmin.
Met moederlijke zachtheid werd haar verteld dat er in haar hoofd een amberkleurige kristal zat. In werkelijkheid had de druppel meer kwaad gedaan dan ze kon weten en had het in haar hersenen iets cruciaals aangetast waardoor ze elke vorm van zelfreflectie ontbeerde. In haar verbeelding was ze een monster, een cycloop, en at ze alle kinderen op. In werkelijkheid waren cyclopen een verzinsel, ontstaan door fascinatie in de Oudgriekse cultuur voor olifantenschedels met één holte in het midden van hun kop; en olifanten weten niets, maar vergeten evenmin.
Er zoemde een vlieg die naast haar tegen het
raam landde. Vliegen brengen ziektes over, maar als je een vlieg plet zie je
zwarte korrels, meer niet. Er zit niks in, maar het is wel een vies insect.
Omdat ze met haar ene oog voornamelijk scherpte zag en bijna geen diepte, was
het des te verwonderlijk dat de enige levende vlieg die winter door haar werd
doodgeslagen.
Deel 3: Mara
Haar gedachten dreven af naar Mara. Het denken
was voor haar als het opzetten van een langspeelplaat en als de plaat af was,
bleef alleen klank en ritme over. Ze haalde uit haar tas een Moleskine, want
een ander medium kan soms anders inspireren. Ze hield ervan dat papier na een
tijdje gaat ruiken naar vanille, de meest saaie geur van alle parfums, de
diepste noot die nog blijft naweeën nadat alle andere geuren voorbij zijn
getrokken.
Toen ze Mara aansprak schrok ze van haar eigen
woorden. Wat ze had gezegd was ongepast, want Mara was een Jodin. De Holocaust
zat vermoedelijk nog in haar collectief geheugen. Ze twijfelde. Verschillende
herinneringen schuurden langs elkaar heen waardoor ze beetje bij beetje
versleten. Haar liefde voor Mara bestond nu nog uit een hele dunne laag van
zwart op wit. Ze schreef verder in haar notitieboek, want als ze stopte was ze
weg en was er alleen nog een linker- en een rechterpagina. Tekst naar het
midden toe en van het midden vandaan. Zo moest het verder blijven gaan.
Tijdens het schrijven vrat Mara haar langzaam
van binnenuit leeg, alsof de larve in haar hersenen was gegroeid en van Amber
alleen nog maar schelp had gemaakt. Een parelmoeren huid die je tegen je oor
kon leggen om je eigen bloed te horen suizen. De wereld rond Amber was plat
sinds haar geboorte en daardoor, als rechtstreeks verbonden consequentie, werd
ze vanbinnen ook plat, leeg; iets dat alleen maar naar zichzelf verwees.
Terwijl Mara alleen maar binnen was en in dat binnen op oneindige wijze geen
buiten toeliet (een binnen zonder buiten vormde), was Amber juist alleen maar
buitenkant.
Het boek geraakte af en ze publiceerde het
onder de titel ‘omslachtig’. Het was een boek zonder kaft. Normaal gezien had
er heel wat bij kunnen komen kijken, nu niet. Het gebeurde gewoon, alsof het
een klein natuurverschijnsel was. Alsof de weerman het had kunnen vermelden als
iets dat later op de dag kon worden verwacht. Zo ongemerkt als het boek
verscheen, verschenen later kritieken die unaniem oordeelden dat ze weliswaar
leuk schreef, maar dat alles een bepaalde diepgang miste.
Deel 4: Liefde
Als lesbienne was de wereld van haar lichaam
ook op seksueel vlak ondiep, of hoogstens van een onnatuurlijke diepte. Wanneer
ze de liefde bedreven, of 'het monster met twee ruggen maakten', zoals Amber
dat noemde, voelde zij zelf niet zo veel. Ze was gelukkig, maar toch. Er was
een gedachte die alle andere gedachten als een diepzee-inktvis omknelde. Als
alles nu volmaakt is en wanneer je gelukkig bent, doet het dan nog pijn wanneer
je jezelf in je arm knijpt? Ze kneep en ze speculeerde of hetgeen ze voelde pijn
was of wat anders. Liefde maakte haar leeg, angstig. Ze schudde Mara wakker.
'Wat doe je?' vroeg ze slaperig. 'Speculeren', zei Amber. Mara dacht na of ze
ooit al eens eerder wakker was gespeculeerd, maar kon het zich niet herinneren.
Even later luisterden ze naar hoe de planken vloer kraakte van hun mislukte
kus.
Door de fitnesszaal galmde het geluid van mensen die op schema lagen. Amber was aan het oefenen voor een marathon, maar niet per se om ooit een echte marathon te lopen. Als ze liep kon ze nadenken, wist ze. Ze slikte daar pillen voor. Was Mara uiteindelijk niet haar volledige tegenpool en was daarmee hun relatie niet gedoemd te mislukken? Ze vond het eerst altijd een prettige gedachte dat haar naam van ambrozijn kwam, de godendrank, maar omdat 'Mara' klonk als 'maar', begon ze met enige tegenzin te wennen aan de gelijkenis van haar eigen naam met het woord 'amper'. Er bleef hoe dan ook weinig over. Ze begon zichtbaar af te vallen.
Door de fitnesszaal galmde het geluid van mensen die op schema lagen. Amber was aan het oefenen voor een marathon, maar niet per se om ooit een echte marathon te lopen. Als ze liep kon ze nadenken, wist ze. Ze slikte daar pillen voor. Was Mara uiteindelijk niet haar volledige tegenpool en was daarmee hun relatie niet gedoemd te mislukken? Ze vond het eerst altijd een prettige gedachte dat haar naam van ambrozijn kwam, de godendrank, maar omdat 'Mara' klonk als 'maar', begon ze met enige tegenzin te wennen aan de gelijkenis van haar eigen naam met het woord 'amper'. Er bleef hoe dan ook weinig over. Ze begon zichtbaar af te vallen.
Hun relatie verslechterde, zo dacht ze, maar
op een manier waarop relaties dat altijd na een eerste periode doen, zodat het
hen niet onmiddellijk bedreigde. Bovendien beschikte Amber over een uniek
overlevingsinstinct waardoor ze op heel natuurlijke wijze en haast zonder dat
ze het van zichzelf merkte weer uit de put geraakte. Ze nam een douche en
stapte in de trein richting huis. Ze lachte een beetje. Het dipje in hun
relatie had heel goed vanzelf kunnen overgaan als Mara zich niet zo veel zorgen
had gemaakt.
Amber stond achter het aanrecht voor het eten
te zorgen toen Mara thuiskwam van haar werk. Mara had haar jas nog aan en er
miste iets in haar blik. Wat Amber niet wist was dat haar vriendin zich heel de
dag had proberen te concentreren, maar omdat ze Joods was kwamen er daardoor
beelden bij haar naar boven uit Auschwitz of een ander soortgelijk kamp,
waardoor elke poging tot concentratie verloren ging. Amber zag hoe een ader
zich vertakte bij haar slapen en uit de salade kroop een made op haar hand. Ze
huiverde en plette het beest dat veranderde in een gelige vlek.
Deel 5: Wind
Mara liep naar haar toe, kuste haar en voor
het eerst in haar leven kreeg Amber een gedachte die haar belangrijk leek,
belangrijker dan de gedachte aan het avondeten, belangrijker dan sherry, dan
ambrozijn en oude olifantenschedels, maar voordat ze de gedachte kon afmaken,
zag ze dat Mara ondertussen haar eigen linkeroog had uitgestoken. Nu zou ze een
beetje meer zoals haar kunnen zijn, ware het niet dat het oog dat ze nu voor
altijd miste het oog was waarmee ze scherpte zag, niet diepte.
Mara was in tweeën gespleten. Haar zicht
vervaagde en daarmee haar persoonlijkheid. Persoonlijkheden veranderen nooit
ten goede. Nooit hoor je van een comapatiënt die ontwaakt dat hij ineens veel
aardiger is geworden, dat hij gewoon even rust nodig had. Zo was het ook met
haar karakter dat nog wel een herinnering had aan hoe het vroeger was, maar
steeds in conflict was met dat verleden. Haar persoonlijkheid was in tweeën
gespleten. Amber was een schizopaat. Ze was het zelf al lang vergeten van de
kristal, maar haar onvermogen om de steen in haar hoofd stuk te maken had
geresulteerd in een projectie van die frustratie op datgene waar ze het meeste
van hield.
Amber voelde zich niet alleen schuldig, ze kon
ook geen definities meer geven van de dingen die ze zag. Ze durfde niet meer te
zeggen wat ver weg was en dichtbij, ook al raakte ze het aan, ook al raakte ze
Mara aan. Zonder Mara’s linkeroog had Amber geen contouren, geen buiten, geen
inhoud, geen vorm. Haar gedachte leek te zijn verdwenen in het gapende gat van
Mara's oogholte. Meer maden kwamen uit de salade gekropen en verspreidden zich
over de hele keuken. Amber had een leeg gevoel en een zuigend gevoel, maar ze
zoog alleen meer leegte. De liefde was op, er was niks meer te bedrijven. Alles
wat drijft, zakt uiteindelijk uit gebrek aan energie naar beneden.
139 meter hoog stond ze en het waaide hard. Te
hard om na te denken. Amber wist wel dat er hoogteverschil was tussen het dak
van het flatgebouw waar zij op stond en het plein aan de andere kant van de
richel, maar echt heel zeker kon ze het niet weten. Als een reuzin overzag ze
haar voormalige leefgebied waarin ze straks zou neerstorten. Tenzij... Ze bukte
door haar knieën om met haar handpalmen de andere kant van de richel te voelen.
IJle lucht, meer niet. Ze liet zich van de flat af vallen, maar omdat het zo hard waaide
sloeg ze niet te pletter op het geasfalteerde plein onder de flat, maar werd ze
over een heel haverveld heen gedragen tot aan de bosrand, waar ze in de dennen
landde. Ze was niettemin meteen dood.
Tweet
Haha, is leuk :)
BeantwoordenVerwijderenHa! "als alles volmaakt is en wanneer je gelukkig bent, doet het dan nog pijn wanneer je jezelf in je arm knijpt?" Ik kan me nog herinneren dat die langskwam op Twitter. Goed verhaal.
BeantwoordenVerwijderen