Niets van deze uitgave mag worden vereenvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. - Tim Thomaes

maandag

Drie vrouwen in een interieur

Schudden
‘Ik ben jarig!’ riep hij jubelend toen hij wakker werd. Er moest nog van alles gebeuren voor het feest van vanavond. Hij speculeerde over hoe zijn verjaardag zou verlopen.
‘Wat ben je, jarig?’ mompelde ze slaperig.
Het was een mooie dag en ze moest wakker worden want vandaag was het zijn dag. Hij begon haar wakker te schudden.
‘Wat doe je?’ kreunde ze vermoeid. ‘Speculeren,’ zei hij. Ze ging na of ze ooit al eens eerder wakker werd gespeculeerd, maar kon het zich niet herinneren. Ze begreep hem ook niet zo vaak, als ze er eerlijk over was. Zou speculeren soms een soort van schudden zijn? Het woord maakte haar hongerig. Die ochtend ontdekte zij dat ze niks voor hem voelde. Hijzelf ontdekte een nieuw mysterie.


Restaurant

Ze kreeg honger, dus ze liep een restaurant binnen en bestelde iets geels, want veel geld had ze niet. Een ober kwam het brengen, maar aan de zijkant was het gele een beetje verbrand.
‘Ik wil alleen iets geels!’ riep ze choleriek. Niets ging die dag zoals het hoorde. ‘Excuseer,’ zei de ober deftig. ‘Ik zal het terugbrengen.’
‘Dat is niet nodig. Het valt nog mee.’ Ze moest minder opvliegend zijn van aard. ‘Maar let u in het vervolg wel op! Als u alles laat verbranden is straks niets meer geel, of lichtblauw of van welke kleur dan ook.’ Zo probeerde ze de eer aan zichzelf te houden. Eenmaal verbrand blijft toch verbrand, en ze at niet graag iets zwarts, daar werd ze morose van.
De man aan het tafeltje bij de deur liep zonder te betalen weg. Je kon nog net zien dat de afgebladderde muren van het restaurant ooit beschilderd waren geweest met afbeeldingen van mannen die appels eten.

Feest
Victor zette zijn hoed af, iets wat hij graag deed, eigenlijk nog liever dan een hoed opzetten. Hij vond het heel degelijk om een hoed, liefst zwart, af te zetten en dan aan een kapstok te hangen. Het lopen met een wandelstok, liefst bruin, vond hij ook erg prettig. Een broekriem deed hij ook graag aan, schoenen deed hij dan weer graag uit, maar nu hield hij ze aan. Hij hield ook van het aantrekken van lange jassen, liefst lichtblauw. Maar nu deed hij hem uit. Zijn vriend Pierre gaf een feest. Hij liep de grote zaal in waar het feest was en daar werd hij voorgesteld door de gastheer. ‘Dit is Victor, hij schrijft een boek over ons, Cecile,’ zei hij enthousiast. Pierre vond Cecile leuk en hij probeerde haar al twee jaar lang te veroveren. Victor gaf haar een hand. Ze zag er opgelaten uit. ‘Ja, het is een allermerkwaardigste geschiedenis…’ probeerde Victor vergeefs het ijs te breken. ‘Kom mee, Victor, ik wil je voorstellen aan een goede vriend van mij.’ Ze liepen naar een man toe van middelbare leeftijd. ‘Victor, dit is Frederik. Hij heeft een maand geleden zijn vrouw verloren en gisteren is hij ontslagen.’ ‘Aangenaam, Victor,’ zei hij. Ze keken elkaar meewarig aan. ‘Vic, dit is zijn dochter,’ ging hij verder. ‘Vorige week is ze voor het eerst ongesteld geweest, is het niet, Julie?’ Die avond leerde Victor olijven eten, Pierre leerde hoe hij jassen moest aannemen en weghangen, Cecile ontdekte een manier om weg te glippen, Frederik leerde de tongpunt-r uit te spreken en Julie leerde de betekenis van het woord ‘operationeel’.

3 opmerkingen:

Lieve Tim,